Op de vraag of Afrika verslavend werkt heb ik nooit een eenduidig antwoord gekregen, maar zeker is dat wij er vandaag opnieuw naar toe gaan. Naar Oeganda dit keer. We vliegen met Brussels Airlines rechtstreeks naar Entebbe met een tussenstop in Kigali maar er is wat vertraging. Er moet gewacht worden op een of ander papier, en dat duurt een uurtje en als we op de startbaan arriveren geeft onze chauffeur te kennen dat er iets loos is en dat we terugkeren naar de gate. Er wordt bijgetankt, of dat het probleem was is niet heel duidelijk, maar na weer een uur is alles blijkbaar opgelost en stijgen we op richting Afrika. Vluchttijd 10h30 en het is stikdonker als we in Kigali landen. Naar Entebbe is een korte vlucht, minder dan 40 minuutjes maar eer we door immigratie zijn en bagage opgesnord hebben is het ver over middernacht. We worden opgewacht en enthousiast begroet door Martin onze man van AdA met 2 chauffeurs, Okech en Milton, voor de 4x4 landcruisers die ons doorheen dit land zullen voeren. Met alle vertragingen is onze eerste nachtrust in het hotel eerder symbolisch dan effectief maar sofar so good.
We hebben dik 330 kilometers te vreten en in Afrika wordt dat niet zozeer in afstand gerekend dan wel in tijd en dus staan we vertrekkensklaar om 7 uur. We verdelen ons over de twee landcruisers en instaleren ons zo comfortabel mogelijk. Alle
bagage wordt in de twee landcruisers gestouwd en we vertrekken in noordelijke richting.
Onze chauffeur is Milton, een vrolijke praatvaar met een klaterende lach. Van Okech wordt gezegd dat hij de beste gids is van de regio, samen met Martin zijn we in goede handen.
Rijden langs Afrikaanse wegen is zelden een saaie bedoening want meestal bruist het er van activiteit. Er wordt gestopt om wat kleine, zoete banaantjes te kopen en een aantal grote rijpe ananassen. Een plasstop aan een tankstation met een aanvaardbaar toilet is een meevaller.
Maar onze eerste belangrijke stop is aan het Ziwa Rhino Sanctuary. Een omsloten reservaat dat in 2005 opgericht werd nadat de rhinoceros volledig was uitgeroeid in Oeganda door stropers en wanbeheer. Begonnen met 6 dieren uit Kenia en Orlando, Florida zijn er op dit ogenblik 22 die door 78 gewapende rangers bewaakt worden. En wij krijgen de gelegenheid om er te voet naar op zoek te gaan onder begeleiding van een ranger. Al snel zien we een
moeder en kalf dat ligt te rusten of slapen, dat is niet zo duidelijk. Heel indrukwekkend om zo’n kolossaal dier van kortbij in de vrije natuur te kunnen observeren.
We lunchen in het reservaat en vervolgen dan onze weg naar Murchison Falls. Er wordt hard gewerkt aan de wegen
infrastructuur en daar zit China voor een groot deel tussen, niet zozeer uit altruïsme voor de Oegandezen dan wel voor de grondstoffen die het land rijk is.
Rond 15 uur staan we aan de ingang van Murchison National Park en anderhalf uur later vergapen we ons aan de gelijknamige
watervallen van de Victoria Nijl die zich hier door een smalle kloof wurmt en met veel geraas 43 meter omlaag dondert.
Om 18uur hebben we afspraak met de Parra Ferry, een
gemotoriseerd vlot dat ons over de Nijl zet, en onze volgende luxueuze Paraa Safari lodge die daar vlak achter ligt.
Om 6h30 genieten we van de
African Sunrise een zonsopgang recht uit de vakantiefoldertjes. We varen met een
motorbootje stroomafwaarts naar de delta van de Victoria Nijl tot waar hij in Lake Albert uitmondt. Voor vogelspotters moet dit zowat de hemel op aarde zijn. Diverse reigersoorten, marabouts, ijsvogels, zadelbekooievaar, visarend, kraanvogels en de zeldzame
schoenbekooievaar. Alhoewel deze laatste zijn aureool van ”zeldzaam” zag verbleken want wij spotten er niet minder dan vier exemplaren van in de tijdspanne van een uur.
De
weerspiegeling van de blauwe lucht met wolken in het water en de menigvuldige tinten groen van de oevers scheppen een beeld waar menig landschapschilder zijn linkeroorlel voor veil zou hebben om het op canvas te vereeuwigen.
Heel in de verte zien we de mistige contouren van de Blue Mountains van Congo.
Hippo’s zijn hier uiteraard overal in groten getale in en zelfs uit het water. Op de oevers staan de rothschildgiraffen te wachten om te drinken en een kudde
olifanten komt er aan gemarcheerd voor hun deugddoend morgen bad.
Onze bootsafari is een beetje uitgelopen, we varen terug stroomopwaarts naar de plek waar we vertrokken. Daar wachten Okech en Milton ons op en brengen ons terug naar de lodge voor de lunch.
Om 16h vertrekken we terug voor een gamedrive met onze eigen landcruisers. Veel waterputten staan droog en veel dieren zijn naar de nabijheid van de rivier getrokken. Maar op de savannah loopt nog heel wat rond om het interessant te houden, olifanten, buffels, giraffen, hartebeesten, waterbokken en een mengelmoes van antilopen. Geen zebra’s, geen gnoes die zijn hier niet maar ook de grote katten laten verstek gaan en die zijn hier normaal wel.
We worden nog eens getrakteerd op een mooie
African Sunrise want we vertrekken vroeg voor een nieuwe gamedrive richting Albert Lake. De
giraffen hebben goed geboerd zo te zien want er lopen heel wat kleintjes rond. De katachtigen laten het ook vandaag afweten, maar we stellen ons tevreden met het wild dat voor handen is en met de
weidse panorama’s die voortdurend veranderen. Dichter bij het meer houden we halt en worden de
ananassen geschild en verdeeld. Gerijpt in de zon en druipend van het mierzoete sap. Heel lekker!
We keren terug naar de lodge voor de lunch. Tegen 14uur staan we terug aan de rivier en varen dit keer stroomopwaarts richting Murchison Falls. Ook nu is er een pleiade aan vogels, hippo’s en ook verschillende
krokodillen om de fotografen te plezieren. We naderen de
watervallen zo dicht mogelijk maar blijven op een veilige afstand want dit bootje is nou niet direct geschikt om in woelig water te komen. Op sommige plekken is de rivier hier trouwens heel ondiep en je wilt hier echt niet vastlopen.
Om 7h nemen we de ferry terug naar de overkant. We rijden nu in zuidwestelijke richting evenwijdig met het Lake Albert. We stoppen op de grintweg en wandelen een stukje, rijdend zie je het landschap wandelend beleef je het. Aan beide zijden staan
hutjes en huisjes. Veel blanke wandelaars komen hier duidelijk niet langs en wij zijn voor een ogenblik ook een bezienswaardigheid voor de lokale mensen.
Verder onderweg maken we een fotostop met aan de verre horizon het
Lake Albert ver onder ons.
Over het ganse traject wordt er ijverig aan de banen gewerkt. Het is de chinezen duidelijk menens.
We hebben een picknick en om die te verorberen kiezen we het terras van het Center View Hotelletje in Kagadi.
We komen in heuvelachtig terrein waar op de flanken grote
thee plantages zijn ingepland en de plukkers met grote manden vormen een mooi schouwspel. En dan arriveren we in het Kibale National Park, 766km² groot en tussen 1100 en 1600m en verbonden met het Queen Elisabeth NP met een corridor van 180km. Onze Primate lodge is er eentje midden in de bush.
Hier gaan we op zoek naar de chimpansees. Een van de 13 primaten die dit park rijk is. We krijgen een briefing van do’s en dont’s. Het park telt ongeveer 1400 chimpansees, waarvan er 5 groepen geselecteerd werden om er uiteindelijk 2 groepen uit te kiezen die geschikt zijn om door toeristen te worden bezocht.
Ons gezelschap wordt in twee gesplitst, ieder groepje van zes krijgt een gewapende ranger mee. Onze ranger heet
Alice is 28 jaar met een aanstekelijke glimlach, indrukwekkend in haar camouflage plunje en ze is zelf maar iets groter dan het AK-47 geweer dat ze dapper meezeult. Het is een fikse wandeling, een pittige trekking eerst over gebaande paden maar dan gaat ze fluks off road dwars door de bush. Ze luistert naar geroep, gekrijs en naar wat de andere rangers melden door de walkie talkie die ze allemaal hebben. De eerste tekenen van aanwezigheid van de chimpansees zijn de verlaten slaapplaatsen in de bomen. Na iets meer dan anderhalf uur zien we de eerste schimmige figuren in de bomen maar langzaam aan komen er meer naar beneden en kunnen we er verschillende van dichtbij
observeren en fotograferen. Het geeft je toch wel een kick te weten dat zo’n dier sterker is dan twee volwassenen en dat zij ons evengoed taxeren dan wij hen. Er is een tijdslimiet voor bezoekers bij de chimpansees en we wandelen terug naar het rangerstation en van daar naar de lodge voor de lunch. Een ervaring om te koesteren.
Na de middag gaan we naar het Bigodi Wetland Sanctuary een gebied dat in het Magombe moerasland ligt en dat helemaal door de lokale gemeenschap beheerd wordt. We krijgen twee
lokale rangers mee. Geen van beide heeft enige vorm van artillerie bij, wellicht omdat zij niet onder de UWA (Ugandan Wildlife Authority) vallen, maar vermoedelijk is dit ook een veilig gebied. Ook hier is het een paradijs voor vogelaars met 138 species gespot in het wetland samen met diverse primaten.
Donkere wolken trekken samen en het ziet er naar uit dat we een fikse dondervlaag over ons heen zullen krijgen, maar de weergoden kijken welwillend op ons neer en het blijft droog.
Vandaag hebben we niet zoveel kilometers voor de boeg. We rijden door een heuvelachtig terrein met zicht op verschillende
kratermeren en langs thee en bananen plantages voornamelijk
matoke bananen die gekookt worden en een belangrijke schakel in de voedselketen voor de bevolking is. We maken regelmatig wandelingen langs de stoffige weg en krijgen de gelegenheid om een schooltje te bezoeken. In Kasese wordt er gestopt om te tanken, te pinnen en een postkantoor te zoeken om de filatelie honger van Gilberte enigszins te stillen.
We passeren de
evenaar en zitten nu officieel op het zuidelijk halfrond.
We picknicken in een visitor centre met geweldig
panorama dat in 2007 werd geopend door de Duke of Edinburgh. We arriveren in de Katara Lodge met een kletterend onweer maar dat is gelukkig van heel korte duur. Prachtige ligging met weids uitzicht over de savannah.
We vertrekken vroeg voor onze gamedrive in dit park. Het maakt niet uit hoe dikwijls je zo’n game drive al deed, het is toch telkens een ervaring. Wilde dieren observeren in hun natuurlijke habitat verveelt zelden of nooit. Antilopen, wrattenzwijnen en olifanten en voor diegene met sterke telelenzen of goede verrekijkers is er het luipaard in het hoge gras. In een zoutmeer fourageren flamingo’s.
Er staan tal van
stalletjes waar allerlei leuke lokale dingtjes aangeboden worden om de shoppende mens te plezieren en de herinnering aan Oeganda levendig te houden. Met succes.
We lunchen in de lodge in het park en dan schepen we in op een motorbootje voor een tocht op het Kazingakanaal de natuurlijke verbinding tussen Lake Edward en Lake George. En ook dat levert een bonanza aan beeldmateriaal. Het kanaal staat bekend voor zijn grote concentratie aan hippo’s en
nijlkrokodillen maar de publiekstrekker voor ons is toch wel enkele jonge mannetjesolifanten die met mekaar dollen in het water vlak bij ons bootje.
We rijden verder in zuidwestelijke richting naar het meest zuidelijke punt van onze reis en een groot deel van de weg kan je beschouwen als een game drive want links en rechts van de weg is er heel wat dierenleven te bespeuren. De begroeiing is erg afwisselend en gaat van open savannah tot dicht struikgewas en bos en even vangen we een glimp van Lake Edward in de verte. De boomklimmende leeuw laat zich niet zien. In het stadje Kihihi (!) houden we kort halt voor wie nog wil pinnen. In de late namiddag arriveren we in onze Mahogany Spring Lodge en dineren doen we met een lekkere african goat stew.
Vandaag is de dag dat we naar de berggorilla’s op zoek gaan in het Bwindi impenetrable National Park. En impenetrable of ondoordringbaar mag je letterlijk nemen. Het rangerstation ligt op een dikke anderhalf uur rijden en dus vertrekken we om 6h. het park grenst aan het Virunga park in Congo en samen telt het ongeveer een 1000–tal gorilla’s waarvan een 400 in Bwindi. 14 groepen heeft men gewoon gemaakt op menselijke aanwezigheid dichtbij. Ons gezelschap wordt weer gesplitst en samen met een dame uit Argentinië zijn wij met 7. Iedereen krijgt een drager, ik krijg een draagster, een lieve
juffrouw die ik met plezier mijn rugzak overhandig. De familie die wij zoeken heet
Mukiza naar de naam van de silverback. Een ranger gaat voorop, en er zijn nog eens extra twee gewapende rangers die ons vergezellen. Voor ons vertrekpunt moeten we een tiental minuten terug met de wagen. En dan starten we en al snel is duidelijk dat dit geen wandeling in het park is. We staan hier volgens mijn hoogtemeter op 2500m en we dalen snel af langs steile hellingen. In het beste geval is er een zichtbaar pad maar soms wordt er een pad gehakt door de dichte begroeiing. Iedereen heeft ook een wandelstaf meegekregen en die komt verdraaid goed van pas. Ik dank de hemel dat het niet geregend heeft en dat de hellingen er niet te glad bij liggen. En dan na een anderhalf uur staan we plots oog in oog met de
trackers en scouts die onze familie hebben gelokaliseerd. Stokken, drinken en eten blijft achter, enkel fototoestel of filmapparaat mag mee. En dan zien we de eerste leden van de groep. Jong grut dat zich aan het malse groen en een vermolmde boomstam te goed doen. De
silverback zit een beetje verder en gunt ons een halve blik. Scouts hakken overtollig groen weg zodat we beter zicht krijgen op de verschillende leden van de groep. In theorie hou je 7 m afstand, maar daar trekken de gorillas zich geen fluit van aan. Op de steile helling is het een beetje zoeken naar een goed evenwicht.
Jonge dieren zeg maar de kinderen bekijken ons een beetje nieuwsgierig maar gaan dan gewoon door met rollebollen en spelen terwijl moeder en tantes, broers en zussen zich volproppen met het malse groen. We mogen een uur blijven en dat uurtje is snel voorbij.
Maar mensenlief wat een ongelooflijke ervaring is dat! Niet gescheiden door glas en niet vanuit de veilige cocon van een voertuig maar van dichtbij deze dieren te kunnen observeren.
De ranger geeft het signaal, ”laatste foto’s” en dan beginnen we aan de terugtocht. Niet alleen de wandelstok komt van pas ook de helpende hand die ik met plezier aanvaard. Het is slikken en puffen terug omhoog naar de weg waar ons voertuig ons oppikt. We rijden naar het ranger station en daar krijgt iedere deelnemer een diploma het bewijs dat de gorilla trekking succesvol was.
Op terugweg naar onze lodge kunnen we nog genieten van de
panorama’s ondanks de stortbui waarop we nu getrakteerd worden, en die we godzijdank niet over ons heen kregen tijdens de trek.
De zon schijnt en de lucht is blauw, van de regen van gisteren is niks te bespeuren. We rijden terug richting noordoost. Vrouwen en kinderen lopen met gele jerrycans op hun hoofd om water of komen van de markt, kleine kinderen wuiven zich te pletter als onze landcruisers voorbij rijden en mannen hebben brandhout verzameld. In Kihihi wordt nog eens gestopt voor wie wil pinnen. En dan rijden we over een niet verharde landweg. Aan een
kerk staat een massa volk te zingen en te dansen. Het zijn leden van de anglikaanse kerk die het bezoek krijgen van de bisschop. Parkeren en uitstappen, ah ja!. En als zijne eminentie er aan komt krijgen ook wij van hem een handje.
Een
oudere man wuift ons vriendelijk uit als we verder rijden.
Het is een mooie panoramische weg met schitterende vergezichten die uitnodigt om stukjes te wandelen, te fotograferen en te genieten.
We hebben een picknick bij die we mogen soldaat maken in het eenvoudige restaurant van een tankstation, de franse toiletten krijgen we er gratis bij.
We krijgen nog een fikse regenbui over ons heen maar we zitten droog. Rond 16h schijnt de zon en verlaten we de asfaltweg en gaan richting Mihingo Lodge.
Ankole koeien met hun enorme horens lopen over de weg en we zien de eerste zebra’s en impala’s in de savannah.
We starten de dag heel vroeg zelfs voor het ontbijt voor een
wandelsafari onder leiding van een UWA ranger. De landcruisers brengen ons naar het rendez–vous punt en het is de bedoeling dat wij terugwandelen naar de lodge. Zo vroeg op de morgen is er heel wat dierenleven te spotten, maar dan wel van op afstand want de meeste maken zich uit de voeten als wij naderen. Een kleine twee uur later zijn we terug. Uitgebreid ontbijten en verder gezellig niksen tot na de lunch.
In de namiddag hebben we dan nog een gamedrive met onze wagens die eindigt rond 18h op de Kazuma Lookout voor een
ultieme sundowner. Prachtige afsluiter.
Het is donker als we terug in de lodge arriveren voor een later dan naar gewoonte diner.
We wijken af van het programma. Vertrekken niet hondsvroeg om enkele uren in het Lake Vicoria Serena Resort door te brengen. Maar slapen gezellig uit, ontbijten op ons gemak en genieten nog volop van het uitzicht en de rust van de Mihingo Lodge. We hebben hier een vroegere lunch en nemen dan afscheid en zetten koers naar Kampala voor het ultieme afscheidsdiner vooraleer we naar de luchthaven gebracht worden en daar door onze chauffeurs en Martin worden uitgewuifd.
Prachtige reis, geweldig team, leuke groep, geslaagd op alle fronten. Wie Oeganda nog niet op zijn bucket list had staan, zeker doen!